Dances, dragons and magical lakes

  • 19/08/2017
  • Erwin Damhuis

Dag 1. Vertrek! Dances, dragons and magical lakes.
Samen met Jeni en Frank rijd ik naar het verzamelpunt, een café annex lunchzaak, waar de passagiers worden verzameld. Ik krijg een lekkere lunch (broodje zalm) voorgeschoteld, die me overigens later die dag parten zal gaan spelen. Twee koppen goede cappuccino maken het compleet. Het is tijd om naar de bus te gaan. De koffers worden ingeladen en de passagiers stappen in. Frank en Jeni zwaaien mij uit en ik zie ze voorlopig niet meer terug. De rit naar de haven duurt ongeveer twee tot drie uur. Achter mij zit Lynn, een Australische met een Engelse achtergrond. Ze is fotografe en is voor haar werk op reis. Ze is door Seatrek uitgenodigd om een verslag te maken voor een Australisch en Singaporees vakantiemagazine.
Het verzamelpunt in Sannur vanwaar we vertrekken, richting Umbak Putih

Onderweg stoppen we bij één van de grootste tempels van Bali, de ‘Pura Hoa Lawah’. Hier leven duizenden, zo niet tienduizenden vleermuizen. Bovenin leeft ook een python; deze voedt zich uitsluitend met vleermuizen. De Balinezen leven op deze manier in harmonie met de natuur: de tempel is deels in deze grot gebouwd en de vleermuizen worden getolereerd.
Duizenden vleermuizen leven samen met de mens én een boa constrictor

Dat het daarnaast ook een gewilde toeristische attractie is, moge duidelijk zijn. We worden al snel weer bijeen geroepen voor vertrek en na een uur rijden bereiken we de haven. Kleine kinderen halen de koffers uit de bus en stallen deze onder een afdak. De Ombak Putih ligt buitengaats en met kleine speedboten worden bagage en passagiers aan boord gebracht. De kinderen zorgen dat de bagage in de speedboten wordt geladen: het dorpshoofd heeft dit zo geregeld; op deze manier verdient het dorp een deel van het inkomen.
De locale bevolking helpt hij het inladen van de bagage

Nadat we aan boord zijn, worden de koffers naar beneden gebracht en de kamers ingedeeld. Ik krijg een hut aan de rechterkant, voorin. Helemaal voor mezelf. De hut ziet er perfect uit: een stapelbed, airco, stopcontacten, oplaadpunten voor telefoon en tablet, handdoeken, baddoeken en een paar reepjes overheerlijke chocolade. Links bevindt zich de badkamer en deze ziet er ook prima uit: een douche, toilet en een glazen wastafel. Ook hier een handdoek, zeep en shampoo. Tussen de badkamer en de toegangsdeur een open kast, met daarin de reddingsvesten, waterflessen en opbergtassen. Alles is van een soort teakhout gemaakt, prima gelakt en goed schoon. De bedden zijn keurig opgemaakt. Ik leg mijn koffer voor het bed, waardoor de deur nog prima open kan. De thermometer geeft 20 graden aan: de airco werkt dus prima.
Buitengaats wacht de Umbak Putih op ons: op naar Flores!

Ik loop door de gang: overal staan nog koffers en weekendtassen. In iedere hut zijn de passagiers bezig om het comfortabel te maken. Intussen is de regen omgeslagen in een flinke stortbui: typisch Bali.
Ook aan boord kan zich een noodsituatie voordoen, dus krijgen we een veiligheidsbriefing: wat te doen in noodsituaties zoals man overboord, brand en het zinken van de boot. Daarnaast krijgen we instructies over het snorkelen. Ik blijk de enige te zijn die nog nooit heeft gesnorkeld. Caroline, de reisleidster, geeft aan dat het snel geleerd is. Alleen mijn snor kan een probleem zijn. Enfin, de flippers aan, de duikbril op en ik ga te water. Het water is lekker warm en al snel blijkt dat mijn snor inderdaad een probleem in. Mijn duikbril loopt vol met water en ik slik een paar keer zout water door. Ik trek de bril wat aan, waarna deze knapt en dus stuk is. Tijd voor een nieuwe, maar dat lost niets op. Er toch maar mee dealen en gaandeweg de reis leer ik er mee omgaan en komt het uiteindelijk allemaal weer goed. Na het snorkelen springen Anastasia, Lynn en ik van de reling. Dat is een andere manier van plezier hebben!
De Umbak Putih is modern ingericht.
 
Na het snorkelen maak ik kennis met de ouders van Sebastian. Zij komt uit de voormalige DDR, hij is van oorsprong Pools. Zij spreekt iets Engels, hij totaal niet. Hij wil ook niet zoveel praten, het liefst rookt hij een sigaretje.
Caroline is een heel ander verhaal. Ze werkt al 27 jaar Seatrek. Op 8 april, dus tijdens de reis, wordt ze 50 jaar. Op 23-jarige leeftijd besloot ze haar baan in Nederland op te zeggen en voor een jaar naar Indonesië te reizen. Ze leerde Indonesisch praten en mocht daarna een paar reizen van Seatrek begeleiden. Het reisvirus kreeg haar te pakken en ze besloot om definitief naar Indonesië te verhuizen. Ze trouwde met een moslim man, werd zelf ook moslim en heeft nu twee kinderen. Ze werkt aan de vaste wal en wordt regelmatig door Seatrek ingehuurd om een reis te begeleiden.
 
Onze eerste warme maaltijd aan boord. Rechts de route die we gaan volgen

De lunch is heerlijk: vers fruit en een Indonesische maaltijd. Het is de start van een culinaire week met vele hoogtepunten. Ik schuif aan bij Hanneke, een Nederlandse met een Chinees-Japanse achtergrond. Ze heeft als kind in Indonesië gewoond en is na de politionele acties naar Nederland verhuisd. Na haar lagere schooltijd besloot ze arts te worden en ze heeft tientallen jaren als huisarts gewerkt. Ze heeft zich daarnaast gespecialiseerd in de psychiatrie. Haar man, die niet mee is, is ook arts. Ze is samen met haar dochter op reis. Dit is haar zesde reis met Seatrek. Haar dochter Suzanne is getrouwd maar heeft geen kinderen. Ze spreekt haar verbazing hierover uit, want ze had zo graag oma willen worden. Maar om voor haar onbekende redenen komen er geen kleinkinderen. Suzanne is kunstenaar en werkt daarnaast nog parttime.
Tijdens het overheerlijke avondeten schuif ik aan bij Rob en Maureen. Rob is gepensioneerd psychiater en Maureen werkt in de zorg. Het zijn geboren Schotten maar als kind naar Engeland verhuisd. Ze wonen nu in Midden Engeland en hebben een zoon en een dochter. De dochter studeert in Barcelona en de zoon woont nog thuis. Het zijn echte zeilliefhebbers, hun favoriete bestemmingen zijn Malta en Griekenland. Rob is een zeer sportief type: hij zwemt iedere ochtend een half uur tot een uur. Hij praat erg gemoedelijk en is oprecht geïnteresseerd in alles en iedereen. Hij wordt echt mijn maatje tijdens de reis.
Prachtige afsluiting van de eerste dag

 
Dag 2. City of Senaru en de Sindang Gila waterval.
Tegen elven ga ik naar bed maar ik kan de slaap niet vatten. En dan breekt het broodje zalm mij op: diarree! Gelukkig blijft het redelijk beperkt en met behulp van medicatie weet ik de ochtend prima te halen. De rest van de reis blijf ik gelukkig gevrijwaard. Daarna val ik vrij vlot in slaap en schrik rond vier uur wakker van het anker. Met een geweldig kabaal wordt het neer gelaten. Tja, dat krijg je als je tegen de boeg aan slaapt. Gelukkig val ik daarna weer snel in slaap en tegen half zeven word ik gewekt door de wekker.
Dit is nog eens wakker worden...

Na de douche en een heerlijk ontbijt varen we met de speedboot naar Lombok. Daar stappen we in drie minibusjes en rijden naar een typisch dorp op Lombok. De reis duurt ongeveer 90 minuten en af en toe komt het water met bakken uit de lucht. In het dorp is het gelukkig droog en we krijgen een rondleiding door drie plaatselijke vrouwelijke gidsen. Zij zijn van een organisatie die opkomt voor de rechten van de Indonesische vrouw. Het dorp is kleurrijk en we krijgen uitleg over tradities en het leven in het dorp. De traditionele keuken blijkt een rij grote stenen te zijn, die alleen bij bijzondere gelegenheden wordt gebruikt. Het is een echte traditionele oven en gezien het mos op de stenen, is die al een hele tijd niet meer in gebruik geweest. De inwoners laten zich met plezier fotograferen.
In dit dorp krijgen we een rondleiding

Na de rondwandeling dalen we af naar een grote waterval. De wandeling naar beneden is behoorlijk glad en zit vol met gaten en losse stenen. Ik ben blij dat ik mijn wandelschoenen heb aangetrokken. Anderen lopen op hun slippers en dat levert soms gevaarlijke situaties op. Vanaf een plateau hebben we een mooi gezicht op de waterval, maar als je 106 traptreden naar beneden gaat, zie de waterval in volle glorie. Dus toch maar doen. Ondertussen begint het weer te miezeren maar ik laat me er niet door weerhouden. De waterval is zo’n 60 meter hoog en wordt gevoed door de vulkaan Rinjani van 3700 meter hoogte.
Onze gids toont ons een plant waarmee je bellen kunt blazen. Een natuurlijke bellenblazer dus...

Deze vulkaan is nog steeds actief: in 2016 was de laatste eruptie. Het water van de waterval vloeit door kanalen die op hun beurt weer kleine irrigatiekanalen voeden. Op die manier worden de rijstvelden in de buurt van de vulkaan gevoed.
Deze waterval vindt haar oorsprong op de nog steeds actieve vulkaan Rinjani

De weg naar boven wordt nog glibberiger omdat het flink begint te regenen. Uiteindelijk resulteert het in een stortbui. Gelukkig heb ik mijn poncho bij me en die beschermt mij en mijn rugzak. Bij de minibusjes aangekomen klotst het water over de wegen. Gelukkig valt de schade nog wel mee en de reis naar de speedboot verloopt voorspoedig. We stappen in de bootjes en terwijl de regen iets minder wordt, trekt de wind aan. Het overstappen van de speedboot op de schoener zorg voor een aantal passagiers problemen. De lunch maakt alles weer goed en als de regen en de wind afnemen is het weer tijd op te snorkelen. Ik neem voor de eerste keer mijn onderwatercamera mee. Ik hoop dat deze niet verdrinkt, zoals dat bij de camera van Erica wel gebeurde. Gelukkig is dat niet het geval en ik slaag erin een aantal foto’s te maken. Omdat het bewolkt is, lijkt het koraal niet zo kleurrijk, en dat is erg jammer.
Na het snorkelen praat ik nog wat bij met Caroline. Tegen het vallen van de avond wordt mijn aandacht getrokken door muziek. Op het achterdek spelen drie bemanningsleden een prachtig lied: de Papoea song. Ik pak mijn video en vraag de jongens om het lied nogmaals te spelen en te zingen. Dat doen ze maar al te graag. Het wordt vol overgave gespeeld en gezongen: het gaat over hun land, hun familie en hun natuur. Papoea wordt in Indonesië nog steeds als minderwaardig gezien. De bevolking is het daar natuurlijk niet mee eens en in dit lied vertellen ze hoe trots ze op hun land zijn.
Na het diner, dat wederom voortreffelijk is, stelt de crew zich aan ons voor. Ieder bemanningslid wordt even naar voren gehaald en vertelt wie hij is, waar hij vandaan komt en wat zijn functie is. De Ombak Putih heeft 15 bemanningsleden en na deze introductie stellen de gasten zich aan elkaar voor. Ik schuif daarna nog even aan bij Howard, de Engelsman. Hij woont in Londen en heeft iets met het begrafeniswezen. Hij is eerder gehuwd geweest, heeft vijf volwassen kinderen en is nu gehuwd met Christine en heeft nu twee kinderen. Hij heeft vandaag niet deelgenomen aan de activiteiten omdat hij ernstige rugproblemen heeft. 
 
Dag 3. Labuan Aji, Diwu Mba’i waterval en Satonda Island.
Vannacht prima geslapen. Ik heb het anker wel gehoord, maar ben daarna gelijk weer in slaap gevallen. Tegen half zes ga ik uit bed, douche me snel en ga aan dek om de zonsopkomst te zien. Al, een echte Amerikaan, zit al te genieten, als ik bij de reling kom. Helaas begint het te regenen, maar na deze bui klaart het vrij snel op.
Ochtendgloren in Indonesië

Na het ontbijt gaan we van boord en varen naar een klein dorpje op het eiland Moyo, Labuan Aji Village. In dit dorp bevindt zich het enige hospitaal van het eiland. Hier wil je niet liggen, zo slecht ziet het er uit. Wat dat betreft zijn de Indonesiërs wat achter. Gelukkig komt er wekelijks wel een arts. Hoe en wat hij doet en kan weet ik niet, maar het voegt in ieder geval iets belangrijks toe. Via het dorp lopen we via smalle paden naar de Diwu Mba'i waterfall. Het pad er naartoe is al een uitdaging: we moeten een rivier doorwaden. Dit lukt aardig omdat we elkaar telkens de hand toesteken en op die manier een menselijke ketting vormen. Als we de rivier over zijn, komen we een groep andere toeristen tegen. Ik waarschuw ze voor de rivier en vertel ze erbij dat we daar zojuist een paar mensen hebben verloren. Het gezicht van één van de toeristen spreekt boekdelen! Uiteindelijk bereiken we met behulp van een lokale gids de waterval. Aan een boom is een lang touw gebonden en we kunnen ons in het water laten vallen. Twee keer probeer ik het en ik kom op mijn rug terecht. Na een tip van Sinclair, de Australiër, zijn de volgende twee sprongen eleganter. De meesten springen en Christine, de vrouw van Howard, springt daarbij op de rotsen. Het gevolg is een flinke schaafwond op haar been. Gelukkig loopt het goed af.
Diwu Mba'i Waterval

 
De watedruppels van de waterval vormen een regenboog

Als we weer terug op de boot zijn, is het weer tijd voor snorkelen. Het weer is iets beter, maar het regent nog wel. Dat mag de snorkelpret niet drukken. Ik maak foto’s, filmpjes en geniet ervan. Daarna is het tijd voor een prima lunch. Na deze geweldige maaltijd varen we naar een klein eilandje dat ooit een vulkaan was: Satonda. Door de uitbraak van de Tambora is de krater destijds gevuld met zeewater. Hoewel de krater in verbinding met de zee staat, is het water zouter dan het zeewater. Hiervoor blijf je, net als in de dode zee, heerlijk drijven. Ondanks de regen is het heerlijk vertoeven in het water. We maken veel pret en ik maak vele foto’s en filmpjes. Rob vindt een oude paraplu en zet deze, bijna midden in de krater, op. Lynn maakt een paar foto’s en Rob grapt dat deze prima gebruikt kunnen worden voor reclame. Hoezo nat? Dit is pas echt nat!
De krater van Satonda
 
Nat? Hoe nat? Dit is pas écht nat! Rob en George onder de paraplu in de krater van Satonda

Na een half uur verlaten we de vulkaan en varen een stukje verder, naar een koraalrif. Hier kan ik opnieuw snorkelen en ook nu slaag ik er in leuke foto’s en films te maken. Een aantal gasten blijft aan boord omdat het regent. Tja, tijdens het snorkelen word je toch ook nat?  Terug aan boord zie ik een nieuw, indrukwekkend, spektakel: duizenden fruitbats, vliegende honden, passeren de Ombak Putih. Deze prachtige dieren verlaten bij zonsondergang hun schuilplaatsen om op een nabij gelegen eiland van de fruitbomen te eten. Tegen zonsopkomst keren ze weer terug.
De wind neemt steeds meer toe en op een gegeven moment wordt de Ombak Putih een speelbal van de golven. Borden, kopjes en glazen donderen op de grond en veroorzaken een hels kabaal. Al snel weet de kapitein het schip weer in het gareel te krijgen en wordt het rustiger. Na het diner worden we gebriefd over de volgende dag.
John, één van de bemanningsleden, in actie

 
Dag 4. Wera, Island of Banta, Pink beach en een hike.
De wekker gaat om 05:40 uur en na een snelle douche sta ik met mijn camera klaar voor een spectaculaire zonsopkomst. Al zit al klaar en als de zon opkomt, genieten we van het spektakel. Al snel voegen zich een aantal anderen bij ons en de ‘oh’s’ en de ‘ah’s’ zijn niet van de lucht.
Opnieuw een prachtige ochtend.

Na het ontbijt varen we het dorp Wera op het eiland Sumbawa. Het wordt een ‘natte’ landing maar gelukkig komt iedereen behoorlijk droog over. Op de plaatselijke scheepswerf krijgen we uitleg over de scheepsbouw. Iedere boot wordt gebouwd zonder hulp van een bouwtekening. En dat heeft een reden: ze kunnen niet tekenen. De lengte van de kiel bepaalt vervolgens de lengte van de boot. In tegenstelling tot onze scheepsbouw, wordt eerst de huid geplaatst en daarna pas de ribben. Deze constructie is volgens de werklieden sterker. De huid wordt met behulp van pengat verbindingen aan elkaar gezet. Men gebruikt geen schroeven of spijkers omdat deze door het zoute water sneller roesten. Als de huid klaar is, wordt deze gebreeuwd en daarna met vloeibare teer dichtgestreken.
In het dorp is het een drukte van belang. Schoolkinderen repeteren voor 17 augustus, Onafhankelijkheidsdag en weer andere kinderen drommen om ons heen. Ze vragen om geld maar dat geven we niet. Bij een kleine weverij koop ik een tweetal sarongs voor Erica. Ze kosten samen 500.000 roepia, hier een fortuin, voor mij ‘slechts’ 35 EURO. Op de terugweg worden we weer omringd door kinderen die graag op de foto willen of de high five willen doen. Sinclair doet wat trucjes met de kinderen: hij krijgt hele drommen achter zich aan.
 
Het onbewoonde eiland Banta

Na de lunch is het tijd voor Banta Island. Hier bevindt zich de beroemde ‘Pink Beach’, het roze strand. De kleur wordt veroorzaakt door koraalresten. Voor de kust bevindt zich een koraalrif en daar is het perfect snorkelen. Na twee uur snorkelen trek ik mijn wandelschoenen aan en maak ik een wandeling over de heuvels van dit onbewoonde eiland. De beklimming van de heuvel is behoorlijk steil en tijdens deze beklimming kom ik oog in oog te staan met een enorme spin en een zeer grote kever. Ik klim er maar omheen en na ruim een kwartier ben ik boven. Het uitzicht is prachtig. Op de heuvelkam zie ik aan weerskanten de zee. Ik wandel over de bergkam richting de wat hogere toppen en het uitzicht wordt alleen maar mooier en spectaculairder. Aan de horizon verschijnen wat donkeren wolken en hoewel ik graag nog wat verder had willen wandelen, besluit ik toch af te dalen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Door de stukken vulkaansteen is de helling erg instabiel en naar beneden lopen wordt daardoor levensgevaarlijk. Ik besluit om achterwaarts, op handen en voeten, naar beneden te gaan. Daar waar de beklimming ruim een kwartier duurde, doe ik er nu bijna een uur over. Veiligheid gaat boven alles en als ik beneden kom, zit Anastasia als enige op mij te wachten.
 
Koraal dat sterk op hersenen lijkt. Zou het daarom zo genoemd worden?
 
Het zusterschip 'Katharina' komt ons tegemoet.

Vlak voor het avondeten worden we gebriefd over Komodo en Rinca. We kunnen drie wandelingen doen: vijf minuten, vijf kilometer of acht kilometer. Voor elke wandeling geldt: blijf bij de rangers en blijf op het pad. Varanen zijn prima jagers die vanuit de hinderlaag aanvallen.
Na het heerlijke avondeten geeft de crew een fantastisch optreden. Met drie gitaren, percussie en tamboerijn maken ze prachtige muziek. Het wordt een avond vol zang en dans. Na afloop praat ik nog even met Anastasia. Haar moeder is om het leven gekomen bij de onlusten tussen Moslims en Christenen. Ze werd in koelen bloede doodgeschoten. Ook al is het lang geleden, het heeft haar voor altijd getekend.
 
Dag 5. Beware of the dragons. Komodo en een hike in Komodo national parc.
Opnieuw een prachtige zonsopkomst

Vandaag staat Komodo op het programma. Niet voordat ik weer een bijzondere zonsopgang heb gezien. Deze keer moeten we er vroeg uit, want we worden al om 07:15 uur bij het onderzoekscentrum verwacht. We worden verwelkomt door deze prachtige maar ook o zo gevaarlijke dieren. In 1974 werd de Zwitserse baron Rudolf von Reding Biberegg door de varanen aangevallen. Op zijn met bloed besmeurde hoed, camera en schoen werd er niets van deze ongelukkige man terug gevonden. In 2007 overleed een achtjarig Indonesisch jongentje als gevolg van bloedverlies na een beet. En in 2009 werd een 31-jarige fruitplukker doodgebeten nadat hij uit de boom was gevallen en door twee varanen werd aangevallen. In mei 2017 werd een 50-jarige toerist aangevallen en gebeten. Hij was, tegen alle waarschuwingen in, etende varanen tot zeer dichtbij genaderd. Na de beet is hij met spoed naar het ziekenhuis vervoerd.
De beet van een varaan is vaak dodelijk. Het speeksel bevat meer dan 85 dodelijke bacteriën en daarnaast is wetenschappelijk aangetoond dat ze ook vergif produceren. Dat wordt tijdens de beet door giftanden ingespoten. Meestal is een beet dodelijk; is het niet door het vergif, dan wel door het bloedverlies.
Komodo National Parc
 
Een Komodovaraan. Een flinke jongen. Ze kunnen tot 2,5 meter lang worden en wel 150 kilo wegen.

Ik kies voor de hike van ruim twee uur. Onder de brandende zon lopen we over het prachtige eiland. Er staan nauwelijks bomen, slechts hier en daar hoge struiken. Ondanks dat het nog erg vroeg is, is het al ruim dertig graden en de zon brandt genadeloos. In deze twee uur drink ik drie liter weg. En dat was geen overbodige luxe. Ik zie waterbuffels, uiteraard varanen, wilde zwijnen, apen en herten.
Waterbuffel. Ook deze enorme dieren vallen soms ten prooi aan de varanen

Na de hike gaan we weer aan boord en varen we richting Rinca. Ook hier bevindt zich een prachtig strand met een mooi koraalrif. Het snorkelen is hier een echt feest: het is alsof ik in een groot aquarium zwem!
De onderwaterwereld in Indonesië is prachtig en betoverend tegelijk

Voor het avondeten vieren we de verjaardag van Caroline: de muziek schalt over het water en iedereen zingt en danst mee. Na het eten zingt de crew een paar liedjes voor Caroline en daarna zingen Rob, Maureen, Maria, Anastasia, Lynn, George en ik een liedje voor haar:
 
 
Guess who became fifty years, Caro, Caroline.
Always laugthe hardly tears, Caro, Caroline.
On the Ombak Putih yeah, Caro, Caroline.
She’s the one that guides you through the mess, Caroline
 
27 years a guide, Caro, Caroline.
That makes Seatrek very proud, Caro, Caroline.
She loves to entertain, Caro, Caroline.
Always happy and so friendly, yeah, Caroline.
 
Wish you many more years, Caro, Caroline.
Wirh much laughter and no tears, Caro, Caroline.
Staying healthy all the time, Caro, Caroline.
With your husband and your children, yeah, Caroline.
 
Avondstemming. Een eenzame vissersboot tussen Komodo en Rinca


Dag 6. Rinca eiland. Rinca, Pantai Merah red beach en snorkelen.
Opnieuw een vroegertje, want we moeten om 07:15 uur op. De gidsen Jacky en Abdullah wachten ons al op en leiden ons rond. In tegenstelling tot Komodo heeft Rinca een regenwoud. Jacky weet erg veel van het woud en vertelt over de geneeskrachtige werking van vele kruiden en planten. Op het hoogste punt van Rinca hebben we een prachtig uitzicht op de baai waar de Ombak Putih ligt. Onderweg zien we meerdere varanen, het komodozwijn, een komodokalkoen en kaketoes.
Inca in de vroege ochtend

Jaarlijks worden zo’n vier tot vijf waterbuffels door de varanen gedood. Dit jaar is er al één gedood. Ze leven hoofdzakelijk van herten, wilde zwijnen en apen. De varanen worden bedreigd door stropers. Die hebben het vooral voorzien op de herten en wilde zwijnen, het voedsel van de varanen. De poep van varanen heeft meerdere kleuren: wit van het calcium van de verteerde botten, bruin/zwart van het vlees. Tanden en haar worden niet verteerd. Varanen zijn echte vreetzakken: ze eten alles met huid en haar op en kunnen meer dan 50 kilo eten. Dan kunnen ze er ook weer een maand tegen. Omdat ze koudbloedig zijn, is de vertering laag waardoor ze dus lang zonder eten kunnen. Het zijn ook uitstekende zwemmers, alhoewel ze niet te lang in het water kunnen verblijven. Dan koelen ze te snel af. Daarom warmen varanen zich iedere ochtend op in de zon, om daarna op jacht te gaan. Zo rond de klok van tien uur gaan ze slapen en na de middag gaan ze weer op jacht.
Nog zo'n flinke jongen

Een vrouwtje legt gemiddeld tussen de 15 en 30 eieren, in een nest op twee meter diepte. Daarnaast bouwt zo ook wat nep nesten om andere varanen op een dwaalspoor te brengen. Varanen zijn namelijk echte kannibalen. Het vrouwtje bewaakt het nest tot aan de regentijd. Als de regentijd begint, verlaat ze het nest, omdat de regen alle sporen uitwist. Zodra het tijd is dat de jongen uitkomen, keert de varaan dagelijks terug. Niet om het nest te bewaken maar om de jongen op te eten. Jonge varanen klimmen gelijk in een boom, waar ze leven van insecten, gekko’s en vogels. Per nest overleven drie tot vijf varanen.
Rinca heeft, in tegenstelling tot Komodo, een regenwoud. 

Na terugkeer van Rinca varen we naar een plek waar we kunnen zwemmen met manta’s. Het zijn geweldige dieren die enorm groot kunnen worden, tot wel zeven meter doorsnee. Ik zie er twee tegelijk zwemmen en slaag erin ze op de film te krijgen. Vervolgens varen we naar een nieuw koraalrif waar ik een zeeschildpad film en vele mooie en spectaculaire films en foto’s maak.
Samen met mijn 'maat', Rob. Op de achtergrond ligt de Umbak Putih

Die avond maken we met een grote groep een hike op Rinca Island. We beklimmen eerst een steile heuvel, deze is moeilijk begaanbaar, maar iedereen slaagt erin om heelhuids boven te komen. Van daaruit hebben we fantastische uitzichten op de baai en op de andere eilanden. De Ombak Putih ligt er geweldig mooi en rustig bij. Je ziet overal het koraal in de avondzon schitteren. De weg naar beneden is ook geweldig en minder steil. Overal vergaap je je aan de verre uitzichten en het schitterende landschap.
Met z'n allen naar het hoogste punt van het eiland. Links de Umbak Putih
 
Bij de afdaling zien we deze prachtige beelden. De vulkaan rechts is nog steeds actief.

Finding nemo

Na het avondeten nemen we afscheid van de crew, de reisleiding en van elkaar. Het is een avond met zang, dans en veel hartelijke woorden.
 
Dag 7. Flores, the city of Melo en afscheid nemen.
Vandaag staat in het teken van vertrek, afscheid nemen en naar huis gaan. In de ochtend landen we op het eiland Flores en rijden we met een paar busjes naar een ‘traditionele whip’. Het start met een welkomstceremonie, waar we worden toegesproken door het dorpshoofd. Daarna krijgen we beetlejuice en arak aangeboden en het gemeenschapshuis. Schoenen uit en naar binnen. De beetlejuice heeft een licht hallucinerende  werking en de arak is behoorlijk pittig.
Na het kauwen....

Een vertegenwoordiger uit de groep, in dit geval Sinclair, krijgt een cadeau aangeboden waarna hij een gift terug geeft. Na het eten van de beetlejuice en het drinken van de arak gaan we naar buiten. Hier staan vier mannen in traditionele kleding klaar om elkaar met een zweep te bestrijden. Het is de bedoeling dat de aanvaller de ander met de zweep raakt. De verdediger mag zich verdedigen met een schild en grote zweep. Wordt de ander geraakt, dan is de dans afgelopen. Er zijn geen winnaars en verliezers: sterker, de verliezer staat in meer aanzien bij de vrouwen omdat hij een wond heeft. De betekenis hiervan is dat hij geen angst kent om de strijd aan te gaan. Het zijn altijd vriendschappelijke wedstrijden en hier mogen alleen mannen aan mee doen. De vrouwen zijn er – letterlijk – ter opluistering.
Actie!

De demonstratie is spectaculair en geeft een goed beeld van deze manier van strijden. Na een paar ronden wordt er inderdaad één van de mannen geraakt. Dan is het ook over en wordt er op de strijd gedronken.
Daarna doen de mannen en vrouwen een traditionele dans die zij uitvoeren wanneer het zaaigoed wordt gezaaid. Het is een dans om de goden gunstig te stemmen en er voor te zorgen dat ze een goede oogst mogen krijgen. Tenslotte doen de dames een afsluitende traditionele dans. Hierbij wordt met een aantal stokken ritmisch op andere stokken geslagen. De bamboestokken worden aan beide uiteinden door een vrouw vastgehouden en kort en krachtig op liggende stokken geslagen. De ruimte tussen de stokken varieert vervolgens ook. Er ontstaat op deze manier een soort ‘dambord’ met veel vlakken die op het ritme van de muziek telkens van grootte veranderen. Het is de bedoeling dat de dansers telkens in de open vlakte dansen en er voor zorgen dat ze niet door de stokken worden geraakt. Het ritme gaat onder begeleiding van de muziek steeds verder omhoog totdat het zo snel gaat dat het niet meer haalbaar is.
Een dans om de goden gunstig te stemmen.

Na de demonstratie krijgt iedereen een hand en bedanken we iedereen voor hun inzet. Ik koop nog een leuke traditionele shawl voor ma d’r verjaardag. Dan is het tijd om naar de boot terug te keren: tijd om afscheid te nemen. Om 14:30 rijden we naar het vliegveld en om 15:40 uur vlieg ik uiteindelijk richting Bali. Ik kijk uit het raampje en zie de prachtige eilanden onder mij verdwijnen. Zelfs het afscheid is magisch…
Terugvlucht naar Bali. We vliegen nu boven Rinca

 
Zeven dagen op de Ombak Putih, een terugblik.
Toen Erica terugkwam van haar reis vertelde ze over haar avonturen en over de gastvrijheid die ze had genoten. Ze had een bijzondere band met de bemanning en de reisgenoten opgebouwd. Ik hoorde het aan en kon het alleen maar beamen, maar ik kreeg er geen gevoel bij. Nu, na zeven dagen op dit geweldige schip, begrijp ik wat ze bedoelt. Het is een bijzondere reis door een bijzonder land, waar je bijzondere contacten opdoet. Maar ook mijn eigen gedachten en ideeën over het leven en mezelf krijgen een andere wending. Het is een bijzonder gevoel, dat ik niet kan beschrijven. Je moet het ondergaan, ervaren en beleven. Er is maar één belangrijke voorwaarde: je moet open durven staan voor andere mensen en nieuwe ervaringen.
 
Varen met de Umbak Putih: een hele ervaring
Share our website