Blandford House Newcastle
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het Discovery Museum het hoofdkwartier van de Co-operative Wholesale Society. Het stond ook wel bekend als het ‘Blandford House’. De Co-op hield de medewerkers in dienst, ook al werden ze voor het leger opgeroepen. De medewerkers die onder de wapenen kwamen werden gewoon doorbetaald door hun werkgever. Deze werkgever was natuurlijk erg populair en plande daarom ook een uitbreiding van het warenhuis. Het was de bedoeling dat er een meubelwarenhuis zou verrijzen, echter, door het uitbreken van de oorlog is van die plannen niets terecht gekomen. Een van de foto’s toont de gerekruteerde soldaten (ze werden ook wel Kitchener’s recruits genoemd) die genieten van een diner in het Blandford House.
John Aidan Liddell
Het Blandford house is nu een museum waar ook veel aandacht wordt besteed aan de Eerste Wereldoorlog. Bij de ingang hangt een plaquette die drie Victoria Kruizen eert. De middelste is voor kapitein John Aidan Liddell (1888-1915) van de Argyll and Sutherland Highlanders en de Royal Flying Corps. Op 31 juli 1915 met de eremedaille toegekend. Liddle raakte zwaar gewond en overleed op 31 augustus 1915 in De Panne, België. Hij ligt begraven op de Holy Ghost Cemerey in Basingstoke, naast zijn zuster Dorothy.
Luitenant Kolonel W.B. Rennie
In één van de vitrines hangen de medailles van Luitenant Kolonel W.B. Rennie van de 19th Hussars welke hij ontving tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij ontving onder andere het Disinguished Service Order (DSO).
Turbinia
De museumcollectie is indrukwekkend: alle facetten van de Britse technische geschiedenis worden belicht. Het van stapel lopen van de Mauretania (zusterschip van de Titanic) en het snelste schip in het stoomtijdperk: de Turbinia: het werd op 2 augustus 1894 te water gelaten en haalde een snelheid van 34,5 knopen per uur (60 kilometer per uur). In 1897 voer het onaangekondigd mee met een demonstratie voor de wereldpers. Het was het begin van een ongekend succes voor de scheepswerf van Newcastle. In 1907 werd het uit de vaart genomen. In 1994 werd het aan het museum geschonken en sindsdien staat het als één van de topstukken tentoon.
Kennett
In de collectie staat ook een bijzondere scheepsschroef van de Kennett. De Kennettt voer van zuid Amerika naar Europa maar verloor tijdens een heftige storm haar schroef. Er was geen reserve exemplaar aan boord, dus moest men improviseren. Uit allerlei materialen werd een schroef gebouwd. Dit duurde 3 weken en daarna nog een week om de schroef te installeren. Het dichtstbijzijnde land was op 1500 zeemijl afstand: Barbados. En het schip kon dankzij de nieuwe schroef maar 4 knopen varen. In die tijd bestond er nog geen social media en een passerend schip werd gevraagd om bij aankomst in de haven de verzekeraar te waarschuwen dat de Kennett niet was gezonken maar langer over de reis zou doen. De schroef staat nu in het Discovery museum in Newcastle. Enkele jaren geleden hebben onderzoekers het museum bezocht. Een van hen verhaalde over haar grootvader die aan boord van een schip was dat de schroef verloor. De conservator kon haar de schroef tonen en daarmee was de cirkel rond.
Armstrong Whitworth
In het museum staan ook een aantal modellen van Japanse oorlogsschepen die aan het eind van de 19e en begin 20ste eeuw op de werven van Newcastle werden gebouwd door Armstrong Whitworth. De Japanse overheid heeft vele schepen in Newcastle laten bouwen. Zelfs de Japanse ambassadeur was regelmatig te gast om de voortgang van de bouw te volgen.
Verder vind je hier veel informatie over de Eerste Wereldoorlog, de Romeinen, de geschiedenis van Newcastle en vele oude stoommachines. In de 20ste eeuw was W.G. Armstrong Whitworth de grootste werkgever van Newcastle. Ze produceerden bijna alles: schepen, kranen, auto’s motoren enzovoort. Eén van de laatste Armstrong kranen staat in Venetië. In het museum staat een model. Ook staat hier nog een originele Armstrong Whitworth Car uit 1911. Deze kostte in 1911 550 Pond.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het Discovery Museum het hoofdkwartier van de Co-operative Wholesale Society. Het stond ook wel bekend als het ‘Blandford House’. De Co-op hield de medewerkers in dienst, ook al werden ze voor het leger opgeroepen. De medewerkers die onder de wapenen kwamen werden gewoon doorbetaald door hun werkgever. Deze werkgever was natuurlijk erg populair en plande daarom ook een uitbreiding van het warenhuis. Het was de bedoeling dat er een meubelwarenhuis zou verrijzen, echter, door het uitbreken van de oorlog is van die plannen niets terecht gekomen. Een van de foto’s toont de gerekruteerde soldaten (ze werden ook wel Kitchener’s recruits genoemd) die genieten van een diner in het Blandford House.
John Aidan Liddell
Het Blandford house is nu een museum waar ook veel aandacht wordt besteed aan de Eerste Wereldoorlog. Bij de ingang hangt een plaquette die drie Victoria Kruizen eert. De middelste is voor kapitein John Aidan Liddell (1888-1915) van de Argyll and Sutherland Highlanders en de Royal Flying Corps. Op 31 juli 1915 met de eremedaille toegekend. Liddle raakte zwaar gewond en overleed op 31 augustus 1915 in De Panne, België. Hij ligt begraven op de Holy Ghost Cemerey in Basingstoke, naast zijn zuster Dorothy.
Luitenant Kolonel W.B. Rennie
In één van de vitrines hangen de medailles van Luitenant Kolonel W.B. Rennie van de 19th Hussars welke hij ontving tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij ontving onder andere het Disinguished Service Order (DSO).
Turbinia
De museumcollectie is indrukwekkend: alle facetten van de Britse technische geschiedenis worden belicht. Het van stapel lopen van de Mauretania (zusterschip van de Titanic) en het snelste schip in het stoomtijdperk: de Turbinia: het werd op 2 augustus 1894 te water gelaten en haalde een snelheid van 34,5 knopen per uur (60 kilometer per uur). In 1897 voer het onaangekondigd mee met een demonstratie voor de wereldpers. Het was het begin van een ongekend succes voor de scheepswerf van Newcastle. In 1907 werd het uit de vaart genomen. In 1994 werd het aan het museum geschonken en sindsdien staat het als één van de topstukken tentoon.
Kennett
In de collectie staat ook een bijzondere scheepsschroef van de Kennett. De Kennettt voer van zuid Amerika naar Europa maar verloor tijdens een heftige storm haar schroef. Er was geen reserve exemplaar aan boord, dus moest men improviseren. Uit allerlei materialen werd een schroef gebouwd. Dit duurde 3 weken en daarna nog een week om de schroef te installeren. Het dichtstbijzijnde land was op 1500 zeemijl afstand: Barbados. En het schip kon dankzij de nieuwe schroef maar 4 knopen varen. In die tijd bestond er nog geen social media en een passerend schip werd gevraagd om bij aankomst in de haven de verzekeraar te waarschuwen dat de Kennett niet was gezonken maar langer over de reis zou doen. De schroef staat nu in het Discovery museum in Newcastle. Enkele jaren geleden hebben onderzoekers het museum bezocht. Een van hen verhaalde over haar grootvader die aan boord van een schip was dat de schroef verloor. De conservator kon haar de schroef tonen en daarmee was de cirkel rond.
Armstrong Whitworth
In het museum staan ook een aantal modellen van Japanse oorlogsschepen die aan het eind van de 19e en begin 20ste eeuw op de werven van Newcastle werden gebouwd door Armstrong Whitworth. De Japanse overheid heeft vele schepen in Newcastle laten bouwen. Zelfs de Japanse ambassadeur was regelmatig te gast om de voortgang van de bouw te volgen.
Verder vind je hier veel informatie over de Eerste Wereldoorlog, de Romeinen, de geschiedenis van Newcastle en vele oude stoommachines. In de 20ste eeuw was W.G. Armstrong Whitworth de grootste werkgever van Newcastle. Ze produceerden bijna alles: schepen, kranen, auto’s motoren enzovoort. Eén van de laatste Armstrong kranen staat in Venetië. In het museum staat een model. Ook staat hier nog een originele Armstrong Whitworth Car uit 1911. Deze kostte in 1911 550 Pond.